19-07-2013
Drank
"Wij zijn toe aan een borrel, wilt u er ook één". De vraag wordt mij af en toe gesteld bij een bespreking van een uitvaart. Uiteraard sla ik elk aanbod af. Werk en drank horen niet samen te gaan. Jaren geleden was ik op een avond bij een familie, wiens moeder op hoge leeftijd was overleden. De borrelvraag werd weer gesteld. Duidelijk was het verdriet bij één van de zonen te merken. Naarmate de bespreking vorderde werden het aantal geconsumeerde borrels groter. Het verdriet werd door de drank versterkt tot grote tranen aan toe. De grote lijnen van de uitvaart stonden vast op een aantal details na. Wat wilde de mensen na afloop gebruiken bij de koffie. Cake of wellicht een koekje. De verdrietige zoon liet nu een andere emotie zien. Eentje van boosheid. "Mijn moeder is geen koekie", schreeuwde hij het uit. De andere familieleden maanden hem tot rust door nog een keer zijn glas vol te schenken. Toen ik een kwartier later vroeg hoeveel postzegels ik achter zou laten, kwam het tot een nieuwe uitbarsting. "Mijn moeder is geen postzegel", brulde hij mij een flink aantal keren toe. Na deze uitval zat ik opmerkelijk snel in mijn auto. Zijn uitgebreide excuses kwamen op de dag van de uitvaart.