Lieve mensen
Een maand geleden belde mijn zus om te zeggen dat haar zoon en schoondochter een kind hadden gekregen. Het mannetje kwam al met zesentwintig weken op deze wereld. Afgelopen weken heeft iedereen geleefd tussen hoop en vrees. Gaat het kereltje het redden. Goede berichten werden afgewisseld met sombere prognoses. Mijn neef belde dat de kleine het niet had gered en vroeg mijn hulp. Het moeilijkste aspect van mijn werk dient zich aan. Jonge mensen begeleiden wiens prille geluk, zeer wreed wordt verstoord. De volgende ochtend spreek ik met de ouders alles door. Ik maak hen duidelijk dat alle keuzes door hen zelf gemaakt gaan worden. Dat alle dingen die zij zelf kunnen doen, door hen zelf gedaan mogen worden. De ouders hebben tijdens het korte leventje van hun zoon veel steun ervaren van de mensen om hen heen. Daarom kiezen zij ervoor dat die kring van lieve mensen ook steun kan geven op de dag dat zij hun zoontje uit handen moeten geven.